Totò Riina (Claudio Gioè) is een maffioso wiens verhaal begint met zijn moeilijke jeugd en eindigt met zijn bloedige opkomst aan het hoofd van de Cosa Nostra. Het begin van zijn carrière wordt gekenmerkt door een traumatische episode: als tiener is de toekomstige baas getuige van de dood van zijn broer en vader bij een bomexplosie. Zodra hij gezinshoofd is geworden, moet hij een periode van verschrikkelijke armoede doormaken. Vervolgens sluit hij zich aan bij de criminelen van Corleone, onder bevel van de chef Luciano Liggio (Claudio Castrogiovanni). In deze periode wordt een kern van discipelen gevormd, waaronder Bernardo Provenzano (Salvatore Lazzaro) en Calogero Bagarella (Marco Leonardi) die Riina tot het einde toe trouw zullen blijven. Samen klimmen ze eerst op in de gelederen van de Corleone maffia, voordat ze hun macht uitbreiden naar Palermo en vervolgens naar het hart van de Cosa Nostra. Binnen de in Corleone gevormde groep komt een jongeman, Biagio (Daniele Liotti), in opstand tegen Riina. Hij sluit zich aan bij de politie en maakt het zijn missie om zijn vroegere vriend ten val te brengen. Het verhaal kent ook persoonlijkheden als Giovanni Falcone en eindigt met de arrestatie van Riina.