Frank Herbert's Dune

In het 11e millennium ontdoet Shaddam IV, heerser van het Galactische Rijk, zich van zijn concurrent Hertog Leto door hem de controle te geven over de woestijn planeet Arrakis ook wel Duin genoemd, volledig van bewust dat de huidige eigenaar, baron Harkonnen, het niet zal opgeven zonder een gevecht. De reden hiervoor is dat Arrakis de bron is van het waardevolle Specie, een stof die geproduceerd wordt door enorme en gevaarlijke zandwormen, en die bijzondere mentale kwaliteiten schenkt aan iedereen die het gebruikt. Niet lang daarna slaagt Harkonnen er inderdaad in een hinderlaag te leggen en daarbij Leto en zijn mannen uit te moorden. Leto's minnares Jessica, die lid is van de helderziende orde van Bene Gesserit, weet te ontsnappen naar de woestijn met haar zoon Paul. Na een lange en gevaarlijke tocht komen ze eindelijk de Vrijmannen tegen, de lange onderdrukte woestijnstam van Arrakis. Onder de indruk van helderziende vermogens van Paul, neemt stamhoofd Stilgar de voortvluchtigen op. Al snel zijn de Vrijmannen er van overtuigd dat Paul hun lang voorspelde verlosser is, en Stilgar bereidt hem voor op zijn grote taak. Terwijl Paul wordt onderwezen in de geheimen van het leven in de woestijn raakt hij verliefd wordt op jonge Chani, die hem een zoon schenkt. Gedurende de jaren die volgen voeren de Vrijmans, onder leiding van Paul, een guerrilla uitputtingsslag tegen de Harkonnen, die zware verliezen lijden. Het belangrijkste van alles, ze saboteren de Specie productie van de planeet: dit zorgt ervoor dat Shaddam IV verschijnt. Hij voelt dat de basis van zijn macht bedreigd wordt. De rebellen op Arrakis willen de keizerlijke troepen voor eens en altijd uitschakelen, maar na een vreselijke strijd die hem bijna al zijn mannen kost, is Shaddam uiteindelijk gedwongen om zijn ondergang toe te geven.